Hoofd Menu

Home
Nieuws
Links
Ingezonden stuk PDF Afdrukken E-mail
Geschreven door Mike Patist   
zaterdag 01 september 2007

„Ik vraag mij of waarom ongeboren baby's in de baarmoeder eigenlijk met hun hoofd naar beneden gaan liggen", mailde een lezeres onlangs. ,,Hoe 'weten' ze dat dat de bedoeling is? En waarom doet een aantal van hen, order wie mijn zoontje, dat dan weer niet?"
Later we maar meteen de eerste vraag bij de horens vatten. Veruit de meeste baby's, zo'n 97 procent, liggen tegen de bevalling inderdaad met hun hoofd naar beneden. Maar dat is niet zo vanaf het begin. Velen starten als dwarsligger. Preciezer gezegd: als stuitligger. Als de moeder 20 tot 25 weken zwanger is, ligt 30 tot 40 procent van de baby's met bet hoofd omhoog. Rond 32 weken is dat nog maar 10 tot 15 procent, en na 9 maanden slechts 3.
Kennelijk dringt bij foetussen geleidelijk het besef door dat ze op hun kop moeten gaan hangen. Of werkt het anders? „Ik denk dat het meer to maker heeft met de zwaartekracht", zegt dr. J. Nijhuis, hoogleraar verloskunde in het Academisch Ziekenhuis Maastricht. „Het hoofd is relatief zwaar, dus het zakt naar beneden. Bovendien past het hoofd goed in het bekken. Misschien vindt een foetus dat plezierig aanvoelen. Je weet het niet"
De gewoonte om ondersteboven to gaan hangen is evolutionair ingesleten, vermoedt de deskundige, want stuitliggingen verhogen de kans op complicaties. Stuitliggers die via de natuurlijke weg ter wereld komen, belanden relatief vaak in de couveuse omdat ze moeilijk ademhalen. Of vanwege een botbreuk, zenuwbeschadiging of hersenbloeding. Maar in de praktijk heeft gelukkig hooguit 1 procent van de stuitliggers daar last van. De meesten komen veilig via een keizersnede uit de buik.
Volgende vraag: waarom blijft 3 procent van de baby's zo koppig overeind liggen? Soms hebben ze daar een goede reden voor. Er zit bijvoorbeeld een vleesboom in de weg, of de placenta ligt onhandig dicht bij de uitgang. Ook bij meerlingzwangerschappen en afwijkende vormen van het bekken blijven kinderen vaak gedwongen rechtop liggen. „Maar in veruit de meeste gevallen, zo'n 85 procent, hebben we geen flauw idee", erkent Nijhuis.
Nog een aanvullend vraagje van de lezeres: waarom kan een ongeboren baby maandenlang ondersteboven hanger en een volwassen mens niet? Heeft dat te maken met het vruchtwater? Nijhuis vermoedt van wel. „In het vruchtwater zweeft een kind. Het heeft daardoor denk ik minder last van de druk." Het bloed zakt dus niet naar zijn hoofd, het kind krijgt geen 'boei'.
En er speelt nog iets mee. Als volwassenen ondersteboven hangen, drukt hun hele darmpakket (plus hun maag en lever) bovenop de longer. Dat bemoeilijkt de ademhaling ernstig. Uiteindelijk kunnen we daar zelfs door stikken. Baby's kennen die last niet, want hun longen werken nog niet. En dat hoeft ook niet. Baby's krijgen hun zuurstof immers rechtstreeks via de navelstreng. Kortom, de kopstand die er voor volwassen begrippen nogal benauwd uitziet, is in de praktijk waarschijnlijk prima vol te houden.


Trouw: 27-08-2007 Sander Becker

 
< Vorige   Volgende >